Petersnijders.info

Home » Sturingsdomeinen van de schoolleider

Sturingsdomeinen van de schoolleider

Sturingsdomeinen van de schoolleider volgens Krüger

Krüger et al (2009) onderscheiden vier sturingsdomeinen, namelijk:

  1. structuur/cultuur;
  2. onderwijs/pedagogisch klimaat;
  3. personeel;
  4. faciliteiten.

De middelen of instrumenten die de schoolleider kan gebruiken ter optimaliseren van de leerlingresultaten zijn ingebed in deze vier domeinen waarop de schoolleider stuurt.

xx

2009_schoolleiderscompetenties in framework instructional leadership_Krüger

xx

Een belangrijke taak voor de schoolleider is volgens Krüger et al (2009)  het aanbrengen van samenhang en congruentie tussen de vier sturingsdomeinen. Het primaire proces en het leren van leerlingen vormen de basis van beleidsontwikkeling op school. De sturingsdomeinen moeten daarmee en met elkaar congruent worden ontwikkeld. De onderwijsorganisatie moet bijvoorbeeld passen op de doelstellingen in het primaire proces. Binnen de vier sturingsdomeinen kunnen ‘oneindig veel’ oplossingsruimtes worden verkend. Stam en Van der Hilst (2003) definiëren ‘oplossingsruimte’ als de totale range aan waarden die alle variabelen binnen een sturingsdomein kunnen aannemen. De begrenzing van een oplossingsruimte wordt bepaald door fysieke, financiële en wettelijke grenzen. Een aantal van de variabelen is onderling afhankelijk. Bijvoorbeeld: als de lestijd van de leerling wordt verlengd, neemt bij een gegeven budget de docent-leerlingratio af of moet de gemiddelde personeelslast afnemen, of neemt de lessentaak van de docent toe, etc. De docent-leerlingratio wordt o.a. begrensd door de gebouwelijke voorzieningen.

De vier sturingsdomeinen (Krüger et al. , 2009):

Structuur en cultuur: er bestaat een oneindige variatie aan mogelijke organisatievormen waarin de mensen in de school samenwerken en samenleven. De schoolleider is verantwoordelijk voor het organogram, de teamvorming, de verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden, de koppeling van docentengroepen aan leerlinggroepen, de positie van ouders en leerlingen, de overleg- en besluitvormingsstructuur, de wijze van verantwoording, de vergadercultuur, de positie van vakgroepen, werkgroepen, projectgroepen en talloze andere variabelen.

Onderwijsorganisatie en pedagogisch klimaat: in dit domein gaat het om de organisatorische voorwaarden die nodig zijn voor het uitvoeren en ondersteunen van het onderwijsprogramma. Ook de psychologische factoren die de sfeer op school en in de leergroepen bepalen, vallen binnen dit domein. Binnen dit domein worden keuzes gemaakt voor groepering van leerlingen, interactiepatronen tussen leerlingen en docenten, het rooster, de dag-, week- en jaarindeling, de methodes, inzet van ICT, de lessentabel, binnen- en buitenschoolsleren, de begeleidingsstructuur, etc.

Personeelsdomein: het omgaan met de normjaartaak, het scholingsbeleid, het functiebouwwerk, aan- en afwezigheidsbeleid, minimum aanstellingsomvang, bevoegdheidsregeling vormen in dit domein enkele van de vele variabelen. In dit domein spelen transformatieve, inspirerende en morele strategieën een belangrijke rol.

Facilitair domein: ook de financiën, gebouwen, inrichting, materiële ondersteuning en ondersteunende diensten bepalen de randvoorwaarden voor het leren van leerlingen.

xx

Sturingsdomeinen van de schoolleider volgens Leithwood

Leithwood (2011) beschrijft m.b.t. leiderschapspraktijken vier categorieën ‘the four core leadership practices’ noemt.

xx

The four core leadership practices (Leithwood, 2011)xx

1. Set directions (m), including: building a shared vision, fostering the acceptance of group goals, the establishment of moral purpose and demonstrating high performance expectations.

2. Develop people (a), including: providing individualized support and consideration, offering intellectual stimulation and providing an appropriate model.

3. Redesigning the organization, also called ‘refining and aligning the organization’ (s), including classroom-level working conditions, school-level working conditions, district or national working conditions, conditions in the external environment, building collaborative cultures/professional learning communities, restructuring and redefining roles and responsibilities, building productive relationships with families and communities and connecting the school to its wider environment.

4. Managing the instructional program, also called ‘improving the teaching and learning program’ (s), including staffing the program, providing instructional support, monitoring school activity, and buffering staff from distraction to their work.

xx

Deze leiderschapspraktijken worden ingezet in sturingsdomeinen, waarvan Leithwood er vijf onderscheidt (Leithwood, 2011):

xx

1. School organization (part of the ‘redesigning the organization’ category) – (s)

2. Instructional organization, including instruction and classroom management (part of the ‘managing the instructional program’ category) – (s)

3. Culture (part of the ‘set directions’, ‘develop people’ and ‘redesigning the organization’ categories) – (m) , (a) and (s)

4. Facilities (part of the ‘redesigning the organization’ category) – (s)

5. Staff (part of the ‘develop people’ and ‘managing the instructional program’ categories) – (a) and (s)

 

De performance van leerkrachten kan volgens Leithwood (2011) beschouwd worden als een functie van hun mogelijkheden, motivatie en de omstandigheden waarin ze hun werk moeten doen. Dit kan als volgt weergegeven worden:

P = f (a, m, s)

waarin:

P = teacher performance
a = teacher ability (this aspect is closely related to the concept of technical professionalism, knowledge and skills)
m = teacher motivation (this aspect is closely related to the concept of normative professionalism, values, beliefs, attitude)
s = the setting in which teachers work

Leithwood zegt hier o.a. over:

xx

“Relationships among the variables in this model are considered to be interdependent. This means two things. It means that each variable has an effect on the remaining two, but it also means that changes in all three variables need to happen in concert or performance will not change much.”(Leithwood, 2011)

xx

xx

xx 

Geraadpleegde literatuur

Krüger, M. (2009). The big five of schoolleadership competences in the Netherlands. School Leadership and Management, 109 – 127.

Leithwood et al. (2011). Successful school leadership: linking with learning and achievement. Berkshire: Open University Press.

Stam, J., & Hilst, B. van der (2003). De school meester. Over het leidinggeven aan schoolontwikkeling. Utrecht: VVO.